📶 Realtime Propagatie Dashboard

Timestamp DATA: | 🕓 Lokale tijd: dinsdag 30 december 2025 – 15:15:10 uur  |  🕒 UTC: 14:15:10

📶 Propagatieconditie
🟢 Goed = hoge kans op DX, open band
🟡 Matig = onstabiel of matig bereik
🔴 Slecht = sterke storing, gesloten band

🚨 NOAA Waarschuwing beschikbaar – klik om te openen
NOAA Waarschuwing:
Ruimteweerberichtcode: ALTEF3
Serienummer: 3590
Tijdstip van uitgifte: 30 december 2025 0502 UTC

BLIJVENDE WAARSCHUWING: Electron 2MeV integrale flux overschreden 1000pfu
Vervolg van serienummer: 3589
Begintijd: 21 december 2025 1425 UTC
Gisteren Maximale 2MeV Flux: 6690 pfu



Potentiële gevolgen: Satellietsystemen kunnen te maken krijgen met aanzienlijke kosten, wat resulteert in een verhoogd risico voor satellietsystemen.
🌞 SFI: geen data ⚠️   | 📉 Kp-index: 3   | 📡 MUF: 28.138 MHz | 🛰️ FOF2: 8.15 MHz
Band Frequentie SFI Kp-index Propagatieconditie Oordeel
160m 1.8–2.0 MHz geen data ⚠️ 3 Goed Goede condities
80m 3.5–4.0 MHz geen data ⚠️ 3 Goed Goede condities
60m 5.3 MHz geen data ⚠️ 3 Goed Goede condities
40m 7.0–7.3 MHz geen data ⚠️ 3 Goed Goede condities
30m 10.1–10.15 MHz geen data ⚠️ 3 Goed Goede condities
20m 14.0–14.35 MHz geen data ⚠️ 3 Goed Goede condities
17m 18.068–18.168 MHz geen data ⚠️ 3 Goed Goede condities
15m 21.0–21.45 MHz geen data ⚠️ 3 Goed Goede condities
12m 24.89–24.99 MHz geen data ⚠️ 3 Goed Goede condities
10m 28.0–29.7 MHz geen data ⚠️ 3 Goed Goede condities
6m 50–54 MHz Normaal Afhankelijk van lokale effecten Voor deze VHF/UHF-banden zijn propagatiecondities sterk afhankelijk van lokale fenomenen zoals tropo, Sporadic-E of scatter. Zonactiviteit (SFI/Kp) heeft nauwelijks directe invloed.
2m 144–148 MHz Normaal Afhankelijk van lokale effecten Voor deze VHF/UHF-banden zijn propagatiecondities sterk afhankelijk van lokale fenomenen zoals tropo, Sporadic-E of scatter. Zonactiviteit (SFI/Kp) heeft nauwelijks directe invloed.
70cm 430–440 MHz Normaal Afhankelijk van lokale effecten Voor deze VHF/UHF-banden zijn propagatiecondities sterk afhankelijk van lokale fenomenen zoals tropo, Sporadic-E of scatter. Zonactiviteit (SFI/Kp) heeft nauwelijks directe invloed.

 

Uitleg over de gebruikte data

Deze website maakt uitsluitend gebruik van actuele data afkomstig van de National Oceanic and Atmospheric Administration (NOAA), waaronder de Kp-index en de Solar Flux Index (SFI). Indien er op een bepaald moment geen actuele gegevens beschikbaar zijn via NOAA, verschijnt automatisch de melding: "geen data ⚠️".

We gebruiken bewust geen fallback- of historische data. Dit beleid geldt voor de gehele website, zodat je steeds over de meest recente informatie beschikt.

De actuele waarschuwingen van NOAA worden automatisch vanuit het Engels naar het Nederlands vertaald. Hierdoor kan de formulering soms wat ongebruikelijk of grammaticaal afwijkend zijn.

NOAA-waarden zijn globale indicatoren en vormen een goede richtlijn voor Nederland en Europa. Lokale ionosferische en atmosferische omstandigheden kunnen de propagatie echter verder beïnvloeden.

Planetary K-index (Kp-index): Dit is een maat voor de geomagnetische activiteit op aarde. Een lage Kp-index (bijvoorbeeld 0-3) betekent rustige omstandigheden, wat doorgaans betere HF-propagatie oplevert. Een hoge Kp-index (5 of hoger) duidt op geomagnetische stormen die de ionosfeer verstoren en HF-communicatie kunnen belemmeren. In het algemeen zijn Kp-waarden ≤3 gunstig, 4 matig, en ≥5 ongunstig voor communicatie.

Solar Flux Index (SFI): Dit meet de intensiteit van zonnestraling op 2800 MHz (10.7 cm golflengte). Deze frequentie is een betrouwbare indicator van zonneactiviteit en ionosferische condities. Een hogere SFI-waarde betekent meestal betere HF-propagatie, omdat de ionosfeer dan meer ionisatie bevat en hogere frequenties beter reflecteert. Goede propagatie begint vaak bij SFI ≥90-100; waarden onder 80 duiden meestal op slechtere condities.

De HF-propagatiecondities hangen af van de combinatie van Kp-index en SFI. Voor hoge banden (10m, 12m, 15m) is een hoge SFI (≥100) en lage Kp-index (≤3) gunstig. Lage banden (160m, 80m, 60m) worden meer beïnvloed door geomagnetische rust (lage Kp), terwijl middenbanden een combinatie van beide vereisen. Deze combinatie helpt per frequentieband een betrouwbaar oordeel te geven over de bruikbaarheid van de propagatie.

Maximum Usable Frequency (MUF): Deze waarde wordt weergegeven voor het dichtstbijzijnde meetstation (Juliusruh, Duitsland), waardoor de informatie lokaal relevanter is. De MUF geeft de hoogste frequentie aan waarop ionosferische propagatie mogelijk is. Dit betekent dat radiosignalen tot deze frequentie via de ionosfeer reizen en langeafstandskommunicatie ondersteunen. Frequenties boven de MUF zijn meestal minder bruikbaar omdat signalen dan door de ionosfeer heen gaan. In de praktijk is het vaak beter iets onder de MUF te blijven werken voor stabielere verbindingen.

FOF2: Dit is de kritische frequentie van de F2-laag in de ionosfeer, eveneens gemeten in Juliusruh. FOF2 geeft de hoogste frequentie aan die nog verticaal door de F2-laag wordt teruggekaatst. Frequente waarden van FOF2 geven inzicht in de actuele staat van de ionosfeer. Frequenties boven deze waarde zullen meestal niet worden gereflecteerd en verdwijnen de ruimte in. De FOF2 is vaak een stuk lager dan de MUF, omdat de MUF rekening houdt met schuine propagatie over grotere afstanden. FOF2 is daarom een belangrijke, aanvullende indicator bij het inschatten van propagatiecondities.

Let op:
Voor de “overige banden” zoals 6m, 2m en 70cm geldt een andere beoordeling. Deze VHF- en UHF-banden worden niet direct beïnvloed door globale zonne- en geomagnetische parameters (zoals SFI en Kp). Hun propagatie hangt vooral af van lokale en tijdelijke fenomenen, zoals Sporadic-E (op 6m) en troposferische propagatie (tropo) op 2m en 70cm. Daarom spreken we hier van “normale condities” in plaats van “goede condities”, omdat hoge SFI en lage Kp geen directe indicatie zijn voor betere verbindingen op deze banden.